Meer informatie? Lees hieronder hoe je signalen in kaart brengt.
Signalen
Hoe herken je signalen?
Signalen van huiselijk geweld zijn vaak moeilijk te herkennen omdat ze niet altijd specifiek zijn voor huiselijk geweld en ook op andere problemen kunnen wijzen. Deze worden aspecifieke signalen genoemd. De betekenis van de signalen is afhankelijk van de context. Het is belangrijk om systeemgericht te kijken en het hele gezin of de familie in het proces te betrekken.
Signalenkaart
Signalenkaarten kunnen helpen bij het identificeren van huiselijk geweld. Ze geven een overzicht van de meest voorkomende signalen, maar zijn niet volledig. Andere signalen kunnen ook wijzen op huiselijk geweld. Een eerste stap is het herkennen van signalen die afwijken van de normale situatie of het gebruikelijke gedrag.
Op signalenkaart.nl vind je signalen voor verschillende vormen van huiselijk geweld, zowel van slachtoffers als plegers.
Kindcheck
Wat is de kindcheck?
De kindcheck helpt om risicovolle situaties vroegtijdig te signaleren bij kinderen zodat passende hulp kan worden ingezet. De professional vraagt in een gesprek of er kinderen zijn die van de cliënt afhankelijk zijn en of er sprake is van onveiligheid.
De check wordt uitgevoerd als de professional inschat dat de problemen van een volwassen cliënt – zoals overbelasting, depressie, verslaving of ernstige gezondheidsklachten – een risico vormen voor de veiligheid van kinderen die van hen afhankelijk zijn.
Hoe vaak voer je de kindcheck uit?
De kindcheck is een momentopname en wordt uitgevoerd tijdens:
- De aanmeldprocedure of bij het intakegesprek.
- Bij evaluatie van behandeling en/of multidisciplinair overleg.
- Bij tussentijdse zorgen.
Hoe voer je de kindcheck uit?
Stappenplan kindcheck
1. Signaleer problematiek
Bespreek met de cliënt of er signalen zijn van problematiek zoals huiselijk geweld, middelengebruik, ernstige psychiatrische problemen of een verstandelijke beperking die mogelijk bedreigend zijn voor kinderen.
Beantwoord: Ja: ga verder en nee: de kindcheck kan worden afgesloten.
2. Inventariseer de afhankelijkheid van kinderen
Vraag: Zijn er kinderen afhankelijk van de cliënt?
- Wonen er minderjarige kinderen bij u in huis?
- Bent u verantwoordelijk voor andere kinderen (bijv. bonuskinderen of oppaskinderen)?
- Deelt u de zorg met iemand anders?
- Bent u zwanger of mogelijk zwanger?
- Ziet u kinderen die niet bij u wonen? Hoe vaak en bent u dan alleen met hen?
- Wat merken de kinderen van uw situatie? Wat betekent dat voor hen?
- Kunt u de kinderen voldoende zorg en veiligheid bieden?
- Zou u graag ondersteuning willen bij de zorg voor de kinderen?
Beantwoord: Ja: ga verder en nee: de kindcheck kan worden afgesloten.
3. Evalueer zorgen en zet acties in
Evalueer of de zorgen over mogelijke ernstige schade voor de kinderen zijn weggenomen of blijven bestaan.
Blijven er zorgen bestaan, volg dan de stappen van de meldcode om de situatie van de kinderen nader te onderzoeken en zo nodig passende hulp te organiseren.
Onzekerheid bij antwoorden
- Geen andere hulpverlener betrokken: leg uit dat de meldcode wordt gevolgd.
- Andere hulpverlener aanwezig: deze neemt de zorgen en verantwoordelijkheden over.
- Andere hulpverlener, maar geen overname: leg uit dat je de meldcode gaat volgen en vraag om advies bij Veilig Thuis.
Contact met cliënt
- Vluchtig of eenmalig contact: informeer betrokkenen dat je Veilig Thuis om advies vraagt. Besluit in overleg met veilig thuis of een melding nodig is of zelf hulp te organiseren.
- Meer dan vluchtig of eenmalig contact: volg de stappen van de meldcode.
Mantelzorgcheck
Wat is de mantelzorgcheck?
De mantelzorgcheck helpt om risicovolle situaties vroegtijdig te signaleren bij mensen die afhankelijk zijn van mantelzorg, zodat passende hulp kan worden ingezet. De professional vraagt in een gesprek of de cliënt mantelzorg ontvangt en of er sprake is van onveiligheid.
De check wordt uitgevoerd als de professional inschat dat de problemen van een volwassen cliënt, zoals overbelasting, depressie, verslaving of ernstige gezondheidsklachten, een risico vormen voor de veiligheid van de mantelzorgontvanger.
Hoe vaak voer je de mantelzorgcheck uit?
De mantelzorgcheck wordt als momentopname afgenomen tijdens:
- De aanmeldprocedure of bij het intakegesprek.
- Bij evaluatie van behandeling en/of multidisciplinair overleg.
- Bij tussentijdse zorgen.
Hoe voer je de mantelzorgcheck uit?
Stappenplan mantelzorgcheck
1. Signaleer problematiek
Bespreek met de cliënt of er signalen zijn van problematiek zoals huiselijk geweld, middelengebruik, ernstige psychiatrische problemen of een verstandelijke beperking die mogelijk bedreigend zijn voor degenen die afhankelijk van mantelzorg zijn.
Beantwoord: Ja: ga verder en nee: de mantelzorgcheck kan worden afgesloten.
2. Inventariseer afhankelijkheid van kwetsbare personen
Vraag: Zijn er kwetsbare personen afhankelijk van de cliënt?
- Zorgt u voor iemand?
- Bent u verantwoordelijk voor een ander?
- Deelt u de zorg met iemand anders?
- Hoe gaat het met u?
- Heeft u nog tijd voor uw eigen gezin, werk en uzelf?
- Lukt het u om degene voor wie u zorgt voldoende zorg en veiligheid te bieden?
- Zou u ondersteuning wensen bij de mantelzorg?
- Heeft u ondersteuning nodig?
Beantwoord: Ja: ga verder en nee: de mantelzorgcheck kan worden afgesloten.
3. Evalueer zorgen en zet acties in
Evalueer of de zorgen over mogelijke ernstige schade voor de kwetsbare persoon zijn weggenomen of blijven bestaan.
Blijven er zorgen bestaan, volg dan de stappen van de meldcode om de situatie van de kwetsbare persoon nader te onderzoeken en zo nodig passende hulp te organiseren.
Onzekerheid bij antwoorden
- Geen andere hulpverlener betrokken: leg uit dat de meldcode wordt gevolgd.
- Andere hulpverlener aanwezig: deze neemt de zorgen en verantwoordelijkheden over.
- Andere hulpverlener, maar geen overname: leg uit dat je de meldcode gaat volgen en vraag om advies bij Veilig Thuis.
Contact met cliënt
- Vluchtig of eenmalig contact: informeer betrokkenen dat je Veilig Thuis om advies vraagt. Besluit in overleg met Veilig Thuis of een melding nodig is of zelf hulp te organiseren.
- Meer dan vluchtig of eenmalig contact: volg de stappen van de meldcode.
Vragenlijsten en taxatie-instrumenten
Welke vragenlijsten en taxatie-instrumenten zijn er?
Welke instrumenten zijn er voor kind en gezin?
- ARIJ – Beoordelen van acute onveiligheid en toekomstige risico’s voor kinderen.
- HAVIK – Veiligheidstaxatie en opstellen van een veiligheidsplan voor kwetsbare gezinnen.
- CFRA – Inschatten van risico’s op kindermishandeling en verwaarlozing.
- SPUTOVAMO – Beoordelen van letsel bij kinderen mogelijk veroorzaakt door mishandeling.
- RiS(-L) – Risicotaxatie van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
- GIZ – Inschatten van zorgbehoeften van kinderen en gezinnen.
- MASIC – Beoordelen van partnergeweld bij ouders in scheiding.
- Vlaggensysteem – beoordelen van seksueel gedrag.
Welke instrumenten zijn er voor volwassenen en ouderen?
- RITI – Inschatten van risico op ouderenmishandeling.
- Checklist voor ouderen – Voorkomen van financiële uitbuiting.
- RiHG – Analyse van signalen van huiselijk geweld en risico’s.
- Mijn Positieve Gezondheid – Brede analyse van gezondheid in zes dimensies.
- CRA-D – Meten van zorglast bij mantelzorgers.
- Easycare – Gezondheidssituatie van kwetsbare ouderen in kaart brengen.
- EDIZ – Inschatten belasting voor mantelzorgers van mensen met dementie.
- EDIZ-PLUS – Brede mantelzorgbelasting beoordeling met arbeidsgerelateerde vragen.
- CSI – Meten van belasting door mantelzorg.
- ZRM – Beoordelen van zelfredzaamheid bij cliënten.
Strafbaarheid
Wanneer is huiselijk geweld strafbaar?
Strafbaar feit | Wet |
Bedreiging | Wetboek van Strafrecht, artikel 285. |
Belaging/stalking | Wetboek van Strafrecht, artikel 285b. |
Mishandeling | Wetboek van Strafrecht, artikel 300/304. |
Vernieling | Wetboek van Strafrecht, artikel 350/353. |
Overtreden van het huisverbod | Wet Tijdelijk huisverbod, artikel 11. |
Aanranding en verkrachting | Wetboek van Strafrecht, artikel 239/250. |
Sexchatting en grooming | Wetboek van Strafrecht, Artikel 251. |
Maken, bezitten en verspreiden kinderporno | Wetboek van Strafrecht, artikel 252/253. |
Verwaarlozing | Wetboek van Strafrecht, artikel 255/258. |
Seksuele intimidatie | Wetboek van Strafrecht, Artikel 429ter. |