Wat is de kindcheck?
De kindcheck houdt in dat de professional in een gesprek vraagt of er kinderen in het gezin van de cliënt zijn die van hem of haar afhankelijk zijn. Is dat het geval, dan legt de professional het aantal en de leeftijd van deze kinderen vast in het dossier van de cliënt. Daarbij noteert de professional ook of de cliënt de zorg voor deze kinderen alleen draagt of dat de partner of anderen deze zorg delen. De kindcheck wordt uitgevoerd bij cliënten die zich in een lichamelijke of geestelijke conditie bevinden of in omstandigheden verkeren die een risico kunnen vormen voor de veiligheid of ontwikkeling van de kinderen die van hen afhankelijk zijn.
Hoe vaak voer je de kindcheck uit?
De kindcheck is een momentopname en wordt afgenomen tijdens:
- De aanmeldprocedure of bij ieder intakegesprek.
- Bij evaluatie van behandeling en/of multidisciplinair overleg.
- Bij tussentijdse zorgen.
Hoe voer je de kindcheck uit?
1. Signaleer problematiek
Bespreek met de cliënt of er signalen zijn van problematiek zoals huiselijk geweld, middelengebruik, ernstige psychiatrische problemen of een verstandelijke beperking die mogelijk bedreigend zijn voor kinderen.
Beantwoord: Ja: ga verder en nee: de kindcheck kan worden afgesloten.
2. Inventariseer de afhankelijkheid van kinderen
Vraag: zijn er kinderen afhankelijk van de cliënt of is de cliënt zwanger?
- Wonen er minderjarige kinderen bij u in huis?
- Bent u verantwoordelijk voor kinderen, zoals bonuskinderen of oppaskinderen?
- Deelt u de zorg met iemand anders?
- Bent u mogelijk zwanger?
- Hoe vaak ziet u de kinderen die niet in huis wonen? Ziet u de kinderen alleen?
- Wat merken de kinderen van uw situatie en wat betekent dat voor hen?
- Lukt het u om de kinderen voldoende zorg en veiligheid te bieden?
- Heeft u hulp bij de verzorging van de kinderen?
- Zou u ondersteuning wensen bij de verzorging van de kinderen?
Beantwoord: Ja: ga verder en nee: de kindcheck kan worden afgesloten.
3. Evalueer zorgen en zet acties in
Evalueer of de zorgen over mogelijke ernstige schade voor de kinderen zijn weggenomen of blijven bestaan.
- Blijven er zorgen bestaan, volg dan de stappen van de meldcode om de situatie van de kinderen nader te onderzoeken en zo nodig passende hulp te organiseren.
Onzekerheid bij antwoorden
- Geen andere hulpverlener betrokken: leg uit dat de meldcode wordt gevolgd.
- Andere hulpverlener aanwezig: deze neemt de zorgen en verantwoordelijkheden over.
- Andere hulpverlener, maar geen overname: leg uit dat je de meldcode gaat volgen en vraag om advies bij Veilig Thuis.
Contact met cliënt
Vluchtig of eenmalig contact: informeer betrokkenen dat je Veilig Thuis om advies vraagt. Besluit in overleg met veilig thuis of een melding nodig is of zelf hulp te organiseren.
Meer dan vluchtig of eenmalig contact: volg de stappen van de meldcode.